De brief is een reactie op de Scenariostudie Vormgeving Kindvoorzieningen (SVK) die eind vorig jaar aan de politiek werd gestuurd. De ondertekenaars benadrukken dat kinderopvang belangrijk is voor alle kinderen van 0-12 jaar. Het streven is inclusieve voorzieningen waarin al deze kinderen samen leren, spelen en zich ontwikkelen.

De ondertekenaars van de brief streven naar kansengelijkheid. Dit betekent voor hen dat er voor elk kind een passend aanbod is. Het is volgens de organisaties een stap vooruit dat de SVK zowel het toegangsrecht voor kinderen van 0-4 jaar als voor kinderen van 4-12 aan de orde stelt.

Meer werken

Een toekomstig stelsel van kindvoorzieningen heeft effect op de arbeidsdeelname van ouders, aldus de ondertekenaars. Als kinderen meer uren worden opgevangen, kunnen ouders immers meer gaan werken.

Het ontzorgen van jonge gezinnen is verder een belangrijk aandachtspunt. ‘De coronacrisis heeft nog eens aangetoond dat kinderopvang, primair onderwijs, sociaal werk, jeugd- en sportvoorzieningen en gemeenten, juist in een goede onderlinge afstemming en samenwerking de beste dienstverlening kunnen leveren aan kind én ouder.’

Eenvoudig te begrijpen

Een nieuw stelsel van kindvoorzieningen moet bovendien zo ontworpen zijn dat ouders het eenvoudig kunnen begrijpen, terwijl de kans op terugvorderingen tot een minimum beperkt blijft, aldus de ondertekenaars van de brief.

Kansengelijkheid

Gijs van Rozendaal, de initiatiefnemer van deze brief, vindt het vooral heel bijzonder dat alle partijen zich verenigen achter het toegangsrecht van 0 tot 12 jaar. ‘Er wordt dus niet alleen over 0 tot 4 jaar gesproken maar ook over 4 tot 12 en het belang van de bso in het kader van kansengelijkheid en inclusieve voorzieningen: samen spelen en leren.’

De SVK richt zich echt op de lange termijn maar er kunnen volgens Van Rozendaal in het komend kabinet al heel grote stappen gezet worden. ‘Dat kun je doen door ten eerste de arbeidseis los te laten – dat is een heel simpele stap – en een toegangsrecht te regelen van vier dagdelen voor kinderen van 0 tot 4 jaar en twee middagen voor de bso. Zet daarbij de inkomens tot 130 procent van het minimumloon op een nultarief en hanteer een tarief van 4 procent voor de inkomens tot anderhalf keer modaal. Dat alles kun je voor ongeveer 700 miljoen euro regelen. Je bereikt daarmee je beleidsdoelstellingen en lost er grote problemen mee op zonder wetswijzigingen of zware ingrepen in het huidige stelsel.’

‘Gigantische stap vooruit’

‘Het gros van de ouders met lagere inkomens betaalt niets tot weinig en daarmee zorg je ervoor dat er geen grote bedragen aan kinderopvangtoeslag teruggevorderd moeten worden. En je voldoet aan je pedagogische doelstelling door kinderen toegangsrecht te geven waardoor ze zich kunnen ontwikkelen. En voor de bso-kinderen creëer je toegang tot sport en cultuur. Hiermee zorg je voor kansengelijkheid en inclusiviteit. Wat de politieke partijen (volgens de CPB doorrekeningen) zeggen te willen investeren in de kinderopvang zit minimaal rond dat bedrag. Als dat echt gaat gebeuren, zetten we met Nederland in één kabinetsperiode al een gigantische stap vooruit. Onvermijdelijk wordt de omslag van het toeslagensysteem naar een vorm van directe financiering. Dat maakt ook de prijsvorming voor ouders veel transparanter. Als voormalig directeur van Kintent weet ik hoe goed en simpel dat is in te richten. En in de jaren daarna kunnen we toewerken naar scenario 3 of 4 uit de SVK.’

BRON: Kinderopvangtotaal.nl