Klimmen, klauteren en rennen

Risicovol spel is een essentieel onderdeel van de ontwikkeling van kinderen. Het biedt kinderen de mogelijkheid om nieuwe vaardigheden te leren, zelfvertrouwen op te bouwen en
zelfstandigheid te ontwikkelen.

Door kinderen ruimte te geven om buiten te spelen, avonturen te beleven en samen uitdagingen aan te gaan, bevorderen we sociale interactie, teamwork en solidariteit tussen
kinderen.

Risicovol spelen bevordert een positieve houding van ‘ik kan het’, waarbij kinderen uitdagingen zien als kansen om van te genieten in plaats van te vermijden.
Dit stimuleert onafhankelijkheid en zelfvertrouwen, wat cruciaal is voor hun doorzettingsvermogen bij het aangaan van uitdagingen en beleven van plezier.

Wij zien bij Dak het belang van risicovol spel en streven er op onze locaties naar een omgeving te creëren, waarin kinderen veilig risico’s kunnen nemen en kunnen experimenteren.

Voorbeelden van risicovol spelen

Risicovol spelen kan op verschillende manieren:

  • Spelen op hoogte bijvoorbeeld klimmen in een boom
  • Spelen met snelheid bijvoorbeeld schommelen, glijden, fietsen
  • Spelen met gevaarlijke voorwerpen bijvoorbeeld hameren, timmeren, zagen, of een scherp mes gebruiken bij het snijden van fruit
  • Spelen op gevaarlijke plekken bijvoorbeeld in de buurt van vuur, water of rotsen
  • Stoeispelen zoals spelen met stokken, stoeien
  • Spelen met impact zoals spullen laten botsen met anderen objecten
  • Spelen uit het zicht zoals verstoppen

Hieronder vind je een voorbeeld van hoe we dit toepassen op het kindercentrum.

Op de buitenspeelplaats van de BSO staat een boom met laaghangende takken.
Het is begin voorjaar en de boom heeft nog geen blaadjes. Shivano wil graag in de boom klimmen. 

De pedagogisch medewerker, Gulsay, vindt dat goed. Zij gaat staan op een plek waar zij Shivano goed kan horen en zien maar geeft hem genoeg ruimte om zelf de boom te beklimmen. Ze ziet hoe Shivano goed voelt met zijn voeten of hij stevig op de tak staat. Als hij een wat dunnere tak kiest vraagt ze Shivano of hij de tak heeft bekeken. Shivano kijkt naar de tak en zegt ‘hij is wel dunner dan de andere takken’. Terwijl hij zich vasthoudt aan een hogere tak zet hij een voet op de dunnere tak.

Gulsay kijkt naar hem en vraagt ‘en?’.
Shivano zegt ‘Ik denk dat ik beter niet op deze kan gaan staan’.
‘Inderdaad. Als het niet stevig voelt, niet doen.’ Zegt Gulsay.
Als Shivano vier takken omhoog is geklommen kijkt hij naar beneden en zegt ‘Zo! Nu ben ik hoog genoeg. Nu ga ik eruit springen’ .
Shivano springt eruit en zegt trots tegen Gulsay: ‘ Mag ik dit laten zien als mijn moeder mij komt halen?’