Ieder kind dat wij plaatsen, begint met een wenperiode. Dak kindercentra hecht veel waarde aan een goede start waarin kind en ouders vertrouwd kunnen raken met de gang van zaken in het kindercentrum. Ook de pedagogisch medewerkers hebben tijd nodig om je kind (en u) te leren kennen. De duur van deze wenperiode kan variëren; gemiddeld van één of enkele dagen (bij de naschoolse opvang) tot drie of vier dagen (bij de dagopvang). De wenperiode wordt vastgesteld in goed overleg tussen ouders en centrumleiding. De eerste ‘wendag’ in de dagopvang bestaat uit enkele uren, waarbij het de bedoeling is dat (één van) de ouders bij het kind blijft. Daarna worden, in overleg, de uren dat het kind op het kindercentrum aanwezig is opgebouwd en de aanwezigheid van de ouders afgebouwd. Al deze afspraken worden vastgelegd op het formulier wenschema, dat je ondertekent.
De wenperiode is voorafgaand aan de plaatsingsperiode. De wenperiode kan pas ingaan nadat de ouder(s) de plaatsingsovereenkomst hebben getekend. Anders is het kind niet verzekerd gedurende de wenperiode en dat risico wil Dak kindercentra niet voor zijn rekening nemen.
Als je kind één, twee of drie dagen naar de opvang komt, dan zal de wenperiode in de twee weken voor de ingangsdatum van de plaatsing zijn. Als je kind vier of vijf dagen komt, dan zal een wenperiode in de week voor de ingangsdatum van de plaatsing voldoende zijn.
De wendagen kunnen (deels) andere dagen zijn dan waarvoor je kind is geplaatst. Dit heeft te maken met de geldende wetgeving over de verhouding tussen het aantal kinderen en het aantal pedagogisch medewerkers per groep.